Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En al haar gesneden beelden zullen vermorzeld worden, en al haar [27]hoerenbeloningen zullen met vuur verbrand worden, en al [28]haar afgoden zal Ik stellen tot een woestheid; want zij heeft ze van hoerenloon vergaderd, en zij zullen [29]tot hoerenloon wederkeren. 27. Het Hebr. woord wordt voor hoerenloon gebruikt, maar staat hier in het getal van velen. Versta hierdoor alle rijkdom en overvloed, die haar God wel gegeven had, maar zij hielden ze voor giften van hun boelen, dat is, van de Baals of afgoden, en een beloning van hun hoererij, dat is afgoderij, waarvan zij dan weder geschenken en presenten vereerden aan de afgoden, om dezelve en hun tempels op te pronken. Zie hiervan Hos.2:4, Hos.2:7, Hos.2:8, Hos.2:11, en Hos.9:1. Buiten dat waren zij zo snood dat zij, in plaats van hoerenloon te ontvangen, zelfs hoerenloon gaven om nieuwe afgoden en afgodische verbonden te verkijgen. Zie Ezech.16:31, Ezech.16:34, Ezech.16:41. 28. Zie 2 Sam.5:21. 29. Dat is, als hoerenloon verdwijnen; gelijk wij zeggen: zo gewonnen, zo geronnen. Of, men kan het duiden op de Assyriers, die het weder zouden roven en buiten, als een gift en beloning van hunlieder afgoden, of hun hoeren daarvan lonen. Verg. Joel 3:3.